Publieke middelen investeren in private activiteiten

Vanwege de nieuwsberichten van de afgelopen twee dagen rondom de aanscherping van de beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten  (link: https://nos.nl/artikel/2567127-betaalbaar-sporten-voor-studenten-in-gevaar-door-strengere-regels) attenderen wij u graag op het volgende. 

De beleidsregel beschrijft de voorwaarden waaronder onderwijsinstellingen met publieke middelen mogen investeren in private activiteiten, met als doel om onrechtmatige besteding van publieke middelen te voorkomen én om de concurrentieverhouding tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen zo gelijk mogelijk te houden. In de beleidsregel zijn de volgende cumulatieve voorwaarden opgenomen:

  • de private activiteit is in lijn met de wettelijke taak van het bevoegd gezag;
  • de private activiteit levert meerwaarde op voor de kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taak;
  • de investering is proportioneel;
  • de private activiteit wordt aangeboden voor ten minste een tarief dat gelijk is aan of groter is dan de integrale kostprijs van die activiteit, dan wel tegen een marktconform tarief; en
  • een positief resultaat op de private activiteit wordt aan het publieke eigen vermogen toegevoegd ter uitvoering van de wettelijke taak.

De impact bij sportverenigingen of sportfaciliteiten op hogescholen of universiteiten lijkt op dit moment nog minimaal vanwege de uitingen van minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die bereid is om te gedogen dat onderwijsinstellingen daar onderwijsgeld aan uitgeven (link: https://nos.nl/artikel/2567253-betaalbare-studentensport-blijft-minister-wil-overtreding-strenge-regels-gedogen). 

De beleidsregel raakt echter veel meer activiteiten bij onderwijsinstellingen, zoals o.a. maar niet uitsluitend:

  • het verzorgen van niet bekostigd beroepsonderwijs en niet-geaccrediteerd niet-bekostigd onderwijs;
  • het verzorgen van niet-bekostigde zij-instroomopleidingen;
  • het verzorgen van inburgeringsonderwijs;
  • het in stand houden van een (erkend) leerwerkbedrijf gericht op de beroepspraktijkvorming, inclusief de activiteiten die binnen dat leerwerkbedrijf plaatsvinden;
  • het aanbieden, in stand houden, of exploiteren van voorzieningen voor medewerkers en studenten, zoals recreatieve voorzieningen, huisvesting en logies;
  • het exploiteren van een reisbureau; een boekwinkel; een horecaonderneming, of een copyshop;
  • het verhuren van onderwijshuisvesting die met bekostiging tot stand is gebracht;
  • het verlenen van diensten aan derden, zoals het detacheren van personeel, laboratoriumdiensten, financiële diensten, ICT-diensten, HRM-diensten, ect, ect...

Het is voor u van belang om op korte termijn de inzet van publieke middelen bij private activiteiten van uw onderwijsinstelling te toetsen aan de cumulatieve voorwaarden zoals opgenomen in het beleidsbesluit. Investeringen met publieke middelen in private activiteiten die niet voldoen aan de beleidsregel zijn niet rechtmatig en kunnen leiden tot terugvordering van bekostiging. Op dit moment dient een onderwijsinstelling op verzoek reeds inzage te geven in álle afzonderlijke investeringen met publieke middelen in private activiteiten. 

Vanuit Publiq Belastingadviseurs kunnen wij u ondersteunen bij deze inventarisatie of wilt u sparren over de mogelijke gevolgen voor uw organisatie naar aanleiding van dit bericht, neem dan gerust contact met ons op via uw contactpersoon of via [email protected]


deel deze pagina
Naar het overzicht
  • Home
  • Nieuws
  • Publieke middelen investeren in private activiteiten