Het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland bepaalt in grensoverschrijdende situaties welk land mag heffen over het inkomen. Voor werknemers gelden daarvoor twee artikelen: één voor reguliere werknemers en één voor ambtenaren. Door de invoering van de Wnra (wet normalisering rechtspositie ambtenaren) per 1 januari 2020 is het belangrijk extra kritisch te zijn welk artikel op de medewerker van toepassing is.
Nederland en Duitsland zijn tot een aantal aanpassingen in het verdrag gekomen. Dit heeft geleid tot een wijzigingsprotocol dat naar verwachting op 1 januari 2026 in werking treedt. Mogelijk heeft u hier al iets over gelezen, vooral over de nieuwe thuiswerkregeling. Op dit moment krijgt het woonland het heffingsrecht voor elke dag dat wordt thuisgewerkt. Door de wijziging mogen medewerkers 34 dagen thuiswerken zonder dat het heffingsrecht verschuift naar het woonland.
Voor werknemers in overheidsdienst is ook een belangrijke aanpassing doorgevoerd.
Waarom?
Nederland en Duitsland interpreteerden het bestaande ambtenarenartikel (artikel 18) verschillend.
Deze verschillende interpretaties leidden volgens de toelichting in de praktijk tot dubbele belastingheffing, met name bij medewerkers die deels thuiswerken. Het wijzigingsprotocol legt nu de Duitse interpretatie expliciet in het verdrag vast om dit te voorkomen.
Wat verandert er voor overheidswerknemers?
Met de nieuwe protocolbepaling wordt vastgelegd dat het heffingsrecht kan worden gesplitst tussen Nederland en Duitsland wanneer werkzaamheden in beide landen worden verricht. Deze splitsing volgt de werkelijk gewerkte dagen per land. Dit geldt alleen voor dit belastingverdrag; voor andere landen blijft Nederland zijn oorspronkelijke interpretatie volgen.
Net als bij “gewone” werknemers wordt nu voor overheidspersoneel een 34-dagendrempel geïntroduceerd. Dit voorkomt dat incidenteel thuiswerken direct leidt tot een verschuiving of splitsing van het heffingsrecht.
Hoe werkt dit in de praktijk?
Vertrekpunt:
Het salaris van overheidspersoneel is volledig belast in het land van de overheid die het salaris betaalt (de kasstaat), tenzij werkzaamheden in het woonland worden verricht.
Voorbeeld 1 – in Duitsland wonende medewerker van een Nederlandse overheid die vooral in Nederland werkt:
Voorbeeld 2 – in Duitsland wonende medewerker die in principe in Duitsland werkt:
Hoe worden werkdagen en thuiswerkdagen bepaald voor de 34-dagendrempel?
Impact op uw organisatie
Om te bepalen of deze wijzigingen gevolgen hebben voor uw organisatie, is het belangrijk eerst inzicht te krijgen in welke medewerkers in Duitsland wonen of (gedeeltelijk) in Duitsland werken. In de praktijk blijkt dat dit bij veel organisaties nog niet volledig in kaart is gebracht. Deze inventarisatie dient doorgetrokken te worden naar de toekomst door de medewerkers woonachtig en thuiswerkend in Duitsland een dagenregistratie te laten bijhouden.
Impact op de salarisstrook
Door de wijzigingen kan voor ambtenaren een salary split ontstaan: een deel van het loon wordt in Nederland belast en een deel in Duitsland. De werkgever moet de loonadministratie daarop aanpassen. Blijft de medewerker in Nederland sociaal verzekerd, dan is de werkgever in Nederland inhoudingsplichtig ten aanzien van:
De werknemer geeft het in Duitsland belastbare loon zelf aan in de Duitse inkomstenbelasting.
Afronding
Mocht u bijgepraat willen worden naar aanleiding van bovenstaande, of heeft u vragen naar aanleiding van dit bericht, dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen via uw vaste contactpersoon of via [email protected].