De toekomst van het zzp-dossier – de Vbar of toch een Zelfstandigenwet?

Er gaat bijna geen week voorbij of er verschijnt weer een in het oog springende actualiteit rondom het werken met zelfstandigen. Of dat nu weer een uitspraak is van een rechtbank die het Deliveroo-arrest toepast, de Hoge Raad met een nieuw arrest of één van de vele (zelfverklaarde) deskundigen die we ondertussen op dit gebied in Nederland hebben met een mening. Toch zijn er in de afgelopen week wederom twee belangrijke ontwikkelingen rondom dit dossier die dit nieuwsbericht waard zijn.

Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)

Zo is er als eerst van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën een voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n) verschenen. In deze brief wordt onder meer ingegaan op de voortzetting van het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden (Vbar).

Het oorspronkelijke wetsvoorstel Vbar gaf kaders aan hoe de gezagsrelatie moest worden beoordeeld. Op hoofdlijnen moesten de elementen van werknemerschap en zelfstandigheid tegen elkaar worden gewogen binnen de opdracht en bij een gelijkspel kon het element ‘extern ondernemerschap’ de doorslag geven. Na het Uber-arrest – zie ook onze andere nieuwsupdate hierover – heeft de Hoge Raad geantwoord dat bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst geen rangorde geldt tussen de mee te wegen omstandigheden, waaronder eventueel ondernemerschap van de werkende buiten de specifieke arbeidsrelatie (‘extern ondernemerschap’). Omdat het wetsvoorstel Vbar hier niet mee in lijn is, wordt in de brief opgemerkt dat het wetsvoorstel op dit punt zal aansluiten bij de Hoge Raad, waardoor het extern ondernemerschap volwaardig meeweegt in de beoordeling van de arbeidsrelatie.

In de brief wordt als aandachtspunt genoemd dat het beoordelen van extern ondernemerschap informatie vereist die opdrachtgevers vaak niet direct hebben, omdat het gaat om activiteiten van de opdrachtnemer buiten het directe zicht van de arbeidsrelatie. Dat maakt de beoordeling van de arbeidsrelatie complexer dan in het oorspronkelijke wetsvoorstel het geval was.

Invoering van de Vbar is nog steeds voor 1 januari 2026 voorzien, waarbij naar verwachting voor de zomer het gewijzigde wetsvoorstel aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

Zelfstandigenwet

Naast de voortgang die het kabinet maakt op dit onderwerp, hebben een aantal politieke partijen (onder aanvoering van kabinetsdeelnemer VVD) een alternatief wetsvoorstel voor de Vbar ingediend, de Zelfstandigenwet.

Met de Zelfstandigenwet is het de bedoeling dat er een duidelijk wettelijk toetsingskader komt in plaats van de bestaande jurisprudentie met de negen gezichtspunten uit het Deliveroo arrest. Dat er een duidelijk wettelijk toetsingskader dient te komen is duidelijk, maar hebben we dat niet al vaker gehoord?

De iniatiefnemers willen met de Zelfstandigenwet het arbeidsrecht aanpassen, waarmee niet alleen een toetsingskader komt voor het werken met zelfstandigen, maar ook een voorziening voor arbeidsongeschiktheid en pensioen voorwaardelijk wordt gesteld. Daarmee is het de bedoeling dat er een gelijk speelveld wordt gecreëerd tussen werknemers en zelfstandigen.

Het toetsingskader bevat vervolgens drie cumulatieve elementen:

  1. Is de werkende een zelfstandige? (inschrijving KvK, btw-nummer, gedraagt zich in het economische verkeer als ondernemer, heeft meerdere opdrachtgevers, heeft een voorziening tegen risico van arbeidsongeschiktheid en een pensioenvoorziening)
  2. Zijn er belemmeringen in de arbeidsrelatie? Dit wordt ook wel de werkrelatietoets genoemd. Daarin staan vragen als de wil van partijen, de vrijheid om de werktijden en organisatie van het werk te bepalen en de mogelijkheid hiërarchische controle uit te oefenen.
  3. Een sociaal rechtsvermoeden voor sectoren met een hoog risico op schijnzelfstandigheid. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij het rechtsvermoeden uit de Vbar die is gekoppeld aan een uurtarief van (nu) € 33 per uur)

Dit initiatiefwetsvoorstel komt voor pre consultatie beschikbaar en moet vervolgens tot een wetsvoorstel leiden. De vraag is natuurlijk hoe veel kans van slagen dit wetsvoorstel heeft nu de indieners geen meerderheid hebben in de Tweede Kamer. Aan de andere kant is een van de initiatiefnemers een partij die nu regeert. In ieder geval is duidelijk dat er nog steeds een hoop onrust is rondom de toekomst van het zzp dossier.

Wat ons betreft is het belangrijk dat er op dit moment in de praktijk al veel meer aandacht is voor de inhoudelijke beoordeling van arbeidsrelaties (door organisaties zelf en door de Belastingdienst). Dat maakt ook dat er steeds meer duidelijk wordt wat nu wel en niet buiten dienstbetrekking kan. Deze aandacht zorgt er straks ook voor dat uw organisatie met dat verworven inzicht en kennis snel kan schakelen naar een nieuwe situatie. Vanzelfsprekend denken wij daarin graag mee en houden wij de ontwikkelingen in de gaten.


deel deze pagina
Naar het overzicht
  • Home
  • Nieuws
  • De toekomst van het zzp-dossier – de Vbar of toch een Zelfstandigenwet?